Raworth, Kate
Kate Raworth (1970) is een Engelse econome, werkzaam voor de Universiteit van Oxford,

Donut-economie

“Is economic growth killing the planet?”

“Je verandert nooit iets door de bestaande werkelijkheid te bestrijden. Om iets te veranderen moet je een nieuw model bouwen dat het bestaande model achterhaald maakt.”

Kate Raworth nam deze uitdaging aan, ontmaskerde de oude ideeën waarop onze econbomie nog steeds op gebaseerd is en verving ze met nieuwe ideeën, samengevat in de Donut-economie.

 

Wat zijn de feiten?
Raworth stelde de volgende lijst samen:

  • Een op de negen mensen heeft niet voldoende eten.[1]
  • In 2015 stierven zes miljoen kinderen jonger dan vijf jaar aan veelal geneesbare aandoeningen, zoals malaria en diarree.[2]
  • Twee miljard mensen moesten rondkomen van minder dan drie dollar per dag en meer dan 70 miljoen waren niet in staat werk te vinden.[3]
  • De onzekerheid en ongelijkheid nemen toe: in 2015 bezat de 1% rijkste mensen meer dan overige 99 procent bij elkaar.[4]
  • De gemiddelde temperatuur is reeds 0,8 graad gestegen en we zijn op weg naar een stijging van 4% in 2100, met alle gevolgen van dien.[5]
  • Rond de 40% van ons landbouwareaal is ernstig aangetast.[6]
  • Tegen 2015 zal twee van de drie mensen leven in gebieden waar een ernstig watertekort is.[7]
  • 80 procent van de visgronden wordt overbevist.[8]
  • Elke minuut wordt een vuilniswagen aan plastic aan de oceanen toegevoegd waardoor er in 2050 meer plastic dan vis zal zijn.[9]

 

Indien de huidige trends zich voortzetten tellen we in 2050 10 miljard bewoners en als de wereldwijde economische groei zich voortzet met jaarlijks 3% dan is de totale economie in 2037 verdubbeld en in 2050 verdrievoudigd. Dit zal de vraag naar bouwmaterialen en consumptiegoederen enorm doen stijgen.[10]

 

De omstandigheden geven duidelijk aan dat de planeet nu al overbelast is, terwijl nog veel bewoners niet eens het bestaansminimum ervaren, laat staan het niveau dat overeengekomen is binnen de Verenigde Naties. De mensheid wordt nu uitgedaagd door de context van Geel om samen synergie te creëren, maar grote groepen functioneren nog in paars en rood, terwijl het huidige kapitalistische systeem nog gegrondvest is in blauw en oranje. Lees hier het gedeelte van de fasegewijze ontwikkeling.

 

De kern van het mainstream economisch denken wordt gevormd door een handvol modellen met alom bekende tekeningen die zonder woorden, maar buitengewoon krachtig, bepalen hoe we vandaag geacht worden over de economische wereld te denken – en ze zijn allemaal achterhaald, kortzichtig of gewoon onjuist.

Als we de groei van het bbp aan de kant schuiven en helemaal opnieuw beginnen met de fundamentele vraag: wat stelt mensen in staat te gedijen? Een wereld waarin ieder individu een waardig leven kan leiden, vol mogelijkheden, en als onderdeel van een gemeenschap – en waar we dat allemaal kunnen doen binnen de mogelijkheden van ons levenwekkende planeet.


Met andere woorden, we moeten zien dat we binnen veilige grenzen: niet meer dan het ecologisch systeem aankan en en niet minder dan dat iedereen recht heeft op een sociaal minimum. Zo ontstond het beeld van de donut.
De donut is een radicaal nieuwe kompas om de mensheid door deze eeuw te loodsen. En het wijst naar een toekomst waarin ieders behoefte worden bevredigd, terwijl tegelijkertijd de levende wereld waarvan we afhankelijk zijn wordt beschermd. De donut is de voorstelling die de mensheid zowel een ecologisch veilige als sociaal rechtvaardige ruimte biedt.

Het sociaal fundament vormt de binnengrens van de donut en zet de basisbehoeften uiteen waar iedereen in voldoende mate over zou moeten kunnen beschikken. Het ecologisch plafond vormt de buitengrens van de donut, waarboven de druk die de mensheid uitoefent op de levenschenkende systemen van de aarde gevaarlijk hoog wordt. Tussen deze twee grenzen bevindt zich de veilige en sociaal rechtvaardige ruimte waarin de mensheid kan gedijen.

 

De binnenring van de donut – het sociaal fundament – wordt gevormd door de levensbehoeften waaraan niemand gebrek zou mogen hebben. Tot deze twaalf basisbehoeften behoren onder meer voldoende voedsel, drinkwater, behoorlijk sanitaire voorzieningen, toegang tot energie en een mogelijkheid hygiënisch te kunnen koken; toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, fatsoenlijke huisvesting; een minimuminkomen en behoorlijk werk; toegang tot informatienetwerken en sociale ondersteuning. Bovendien moet bij het verwezenlijken van deze zaken voldaan worden aan eisen als seksegelijkheid, gelijk sociale kansen, politieke inspraak, vrede en gerechtigheid.


In 2015 gepubliceerde de VN- in een rapport de Sustainable Development Goals, overeengekomen door de 193 lidstaten van de Verenigde Naties. De overgrote meerderheid ervan zouden in 2030 gerealiseerd moeten zijn.

Het sociaal fundament bestaat nu uit twaalf dimensies die zijn ontleend aan de sociale prioriteiten die zijn geformuleerd in het Tabel I bevat de variabelen en gegevens die gebruikt zijn om aan te geven in welke mate de mensheid op deze twaalf terreinen tekortschiet.

Het ecologisch plafond bestaat uit de negen planetaire grenzen die zijn geformuleerd door een internationale groep specialisten op het terrein van de aardsysteemkunde onder leiding van Johan Rockström en Wil Steffen. Deze negen kritieke processen zijn:

 

  • Klimaatverandering
    Wanneer broeikasgassen zoals co2, methaan, distikstofoxide (N2O) worden uitgestoten komen ze in de atmosfeer terecht en versterken ze het natuurlijke broeikaseffect, waardoor er in de atmosfeer meer warmte blijft opgesloten. Dit resulteert in de opwarming van de aarde, met als gevolg hogere temperaturen, extremer weer en een stijging van de zeespiegel.

  • Verzuring van de oceanen
    Ongeveer een kwart van de co2 die vrijkomt door menselijke activiteiten lost uiteindelijk op in de oceanen, waar het diwaterstofcarbonaat vormt en de pH-waarde van het oppervlaktewater vermindert. Deze hogere zuurgraad betekent een vermindering van de hoeveelheid beschikbare carbonaat-ionen die voor veel in zee levende soorten een noodzakelijke bouwsteen zijn bij de vorming van schelp, of skelet. Het ontbreken van dit bestanddeel maken voor organismen als koraal, schelpdier en plankton moeilijk om te groeien en te overleven waardoor het ecosysteem van de oceanen en de voedselketen in gevaar komen.

  • Chemische vervuiling
    Als toxische verbindingen zoals synthetische organische verontreinigende stoffen en zware metalen in de biosfeer terecht komen kunnen ze daar heel lang blijven met onomkeerbare gevolgen. En wanneer ze zich ophopen in het weefsel van levende wezens, waaronder vogels en zoogdieren, kan dit gevolgen hebben voor hun vruchtbaarheid en genetische afwijkingen veroorzaken waardoor ecosystemen op land en in de oceanen in gevaar komen.

  • Stikstof en fosforverzadiging
    Reactieve stikstof en fosfor worden veel gebruikt in kunstmest, maar slechts een klein deel daarvan wordt daadwerkelijk opgenomen door de gewassen. Van de overtollige hoeveelheid belandt het grootste deel in rivieren, meren en oceanen waar het voor algengroei zorgt waardoor het water groen wordt. Deze algengroei kan giftig zijn en doordat het zuurstofgehalte in het water sterk daalt, sterft een deel van het onderwaterleven af.

  • Zoetwater onttrekking
    Water is essentieel voor het leven en het wordt op grote schaal gebruikt in landbouw, industrie en huishoudens. Excessief watergebruik kan ertoe leiden dat meren, rivieren en reservoirs op drogen, waardoor ecosystemen schade oplopen en de hydrologische cyclus en het klimaat kunnen veranderen.

  • Grond conversie
    Conversie van grond van menselijk gebruik, zoals het omvormen van bossen en moerassen tot steden, agrarische grond en snelwegen, vermindert het absorptiecapaciteit voor co2, vernietigt de habitat van wilde dieren en ondermijnt de rol die de grond speelt in de continue circulatie van water, stikstof en fosfor.

  • Vermindering van de biodiversiteit
    Een afname van het aantal en de variëteit van soorten maakt ecosystemen minder compleet en versnelt het uitsterven van veel soorten. Hierdoor wordt het risico van abrupte en onomkeerbare veranderingen in ecosystemen groter, waarbij hun veerkracht vermindert en ze minder goed in staat zijn voedsel, brandstof en vezels te leveren en het leven in stand te houden.

  • Luchtvervuiling
    Microdeeltjes die in de lucht terechtkomen in de vorm van rook, stof en vervuilde gassen kunnen levende organismen schade berokkenen. Bovendien reageren ze op waterdamp in de lucht, zodat ze de vorming van wolken beïnvloeden. Wanneer ze in grote hoeveelheden worden uitgesloten kunnen deze microdeeltjes patronen van regenval veranderen waardoor onder andere de timing en locatie van moessonregens in tropische gebieden wijzigt.

  • Aantasting van de ozonlaag
    De ozonlaag in de stratosfeer van de aarde absorbeert ultraviolette straling van de zon. Sommige door de mens vervaardigde chemische stoffen zoals nu chloorfluorkoolwaterstoffen (cfk’s) komen in de atmosfeer terecht en tasten de ozonlaag aan, waardoor de aarde en haar bewoners worden blootgesteld aan de schadelijke uv-stralen van de zon.

 

Bronnen

[1] World Food Programme (2016) Hunger. https://wpf.org/hunger

[2] World Health Organization (2016) Children: reducing mortality

[3] ILO (2015) Global Employment trends for youth 2015. Geneva: ILO

[4] Hardoen, D., Fuentes, R., en Ayelle, S. (2016) An Economy for the 1% how privilege and power in the economy drive extreme inequality and how this can be stopped. Oxfam Briefing Paper 210. Oxford: Oxfam International

[5] Climate Action Tracker (2016) via http://climateactiontracker.org/

[6] Global Agriculture (2015) Soil Fertility and Erosion

[7] UNDESA (2014) International Decade for Action ‘Water for Life’ 2005-2015 via http://www.un.org/waterforlifedecade/scarcity.shtml.

[8] FAO (2010) State of the World Fisheries and Aquaculture (SOFIA)

[9] Ellen McArthur Foundation (2016) The New Plastics Economy: rethinking the future of plastics

[10] PwC (2015) The World in 2050: Will the shift in global economic power continue